NUOVA COMPAGNIA DI CANTO POPOLARE - NAPOLI 1534

Het gaat dezer dagen razendsnel bij uitgeverij squilibri: nog maar net heb je wat geschreven over hun recente project met Lucilla Galeazzi, of daar is alweer een nieuw volume, waarvan de naam van de uitvoerders zelfs bij mensen, die niet meteen met de Italiaanse folk bezig zijn, een flinke bel doet rinkelen. Immers, de Nuova Compagnia di Canto Popolare is noch min, noch meer een instituut binnen de Italiaanse folk en ze was voor velen de eerste kennismaking met wat je kunt omschrijven als “ de Napolitaanse tak” ervan. De band bestaat dit jaar precies een halve eeuw, heeft een nauwelijks te bevatten aantal platen opgenomen en speelde talloze concerten, die hen, letterlijk, naar de vier windstreken brachten en wie ooit één van die optredens meemaakte, zal die ervaring simpelweg nooit ofte nimmer vergeten en ik weet waarover ik spreek…Daarnaast was het gezelschap ook in heel veel theaterstukken te bewonderen, wat maakt dat ze voor veel mensen niet alleen muzikanten en zangers zijn, maar ook acteurs.

Nu, om die vijftigste verjaardag te vieren, komt het gezelschap met iets heel bijzonders op de proppen: ze keren terug naar de allereerste dagen van de geschreven en overgeleverde “villanelle” en “moresche”. Het eerste is een volkse dichtvorm, volgens een vast rijmschema van vijf terzines en een afsluitend kwatrijn, waarvan de oudste gedrukte Napolitaanse exemplaren uit 1537 dateren. Overigens was de villanella de lievelingsdichtvorm van de grote Dylan Thomas. Muzikaal gesproken, is de villanella een mengvorm van madrigaal en chanson. De “moresca” is dan weer een verwante muzieksoort -de naam betekent zoveel als “Van Moorse komaf”- die gebruikt werd om de manier te parodiëren, waarop ingeweken Afrikanen of slaven, Italiaans spraken. Je had bv. ook “gregesche”, die dan dienden om met de ingeweken Grieken te lachen en de meest bekende componisten die in de villanelle en de moresche specialiseerden zijn Orlando di Lasso en Adriaan Willaert, niet meteen Italianen, maar destijds wel erg geliefd aan de Italiaanse Hoven.

Om bij deze plaat terug te komen: de NCCP voeren een tranche de vie op, naar het leven van Ferdinando “Ferrante” Sanseverino, de eerste Prins van Salerno, die leefde van 1507 tot 1568 en stierf in ballingschap in het Franse Orange. De man was erg succesvol als generaal in het leger van Karel V, werd politiek actief en was erg geliefd bij zijn volk, maar kwam in botsing met de Spaanse bezetter en vooral met de inquisitie, zodat hij uiteindelijk gedwongen werd asiel te zoeken in Frankrijk. Dat is het decor waarin we ons bevinden en waarin de NCCP oude liederen -zie de plaattitel- weer tot leven brengt in een sfeer die zo dicht mogelijk ligt bij datgene wat je, volgens oude geschriften, destijds aan de Hoven en op de Pleinen te zien en te horen kon krijgen. De leidende stemmen van Fausta Vetere en Gianni Lamagna zijn uitermate geschikt om dit repertoire te zingen en de andere leden van NCCP kunnen hier voluit laten zien en horen waarom ze als groep de Abraham-leeftijd bereiken: dit is namelijk van een zeldzame klasse en van een bijzonder hoogstaande muzikale kwaliteit. Misschien moest u maar eens kennismaken met groep én genre: ik ben er vrij zeker van dat u al heel snel volledig in de ban komt van dit uitermate straffe gezelschap en hun inzicht en aanpak van het oude materiaal.

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

Label: Squilibri
distr.: Xango

video